Er beweegt wat aan de stroom


 

Vijf jaar vrije markt

 

Veel keuzemogelijkheden, weinig gebruikt

Vandaag is het precies 5 jaar geleden dat de elektriciteitsmarkt in Vlaanderen vrij kwam voor iedereen en dus ook de huishoudens hun elektriciteitsmaatschappij voor het eerst zelf konden kiezen.

Naast de twee destijds al bestaande producenten Electrabel en SPE-Luminus en de kleine leverancier Ebem, zijn er ondertussen nog 14 anderen bijgekomen, waarvan er 6 ook leveren aan huishoudelijke klanten, wat de totale keuze voor de huishoudens op 9 brengt. In de praktijk is de keuze nog groter, want iedere leverancier heeft ook nog eens verschillende tariefformules.

In die vijf jaar tijd zijn er ook drie leveranciers verdwenen: Sourcepower.net (gestopt wegens financiële moeilijkheden, maar zonder faillissement), WattPlus (overgenomen door Essent) en Citypower (overgenomen door SPE-Luminus).

Een nogal dynamische wereld zou je zeggen en keuze te over. Nochtans blijkt na vijf jaar dat het marktaandeel van Electrabel slechts met 8 % is gedaald en dat van SPE-Luminus met slechts 1,75 % (daling van het aantal klanten, niet van het aantal geleverde kWh). Deze 9,75 % verloren klanten zijn bij een van de 7 andere leveranciers te rade gegaan, die de koek onder mekaar moeten verdelen.

 

Gemiddeld 50 euro te verdienen

Voor deze 7 nieuwe leveranciers is het moeilijk om hun boterham te verdienen. Zij moeten, om succes te hebben, hun prijzen voldoende laag zetten, in ieder geval lager dan die twee sterke spelers. Toch blijken er zo weinig huishoudens over te stappen. Meer nog, de meesten van hen hebben ondertussen een contract getekend met de leverancier die hen al jaren bevoorraadt. Voor 2003 hadden huishoudelijke klanten immers geen echt contract. Je kon toch niet kiezen, een contract was dus overbodig. Met het ondertekenen van een contract hebben deze klanten zich in eerste instantie minstens voor een jaar gebonden. Ten opzichte van de vorige toestand (geen contract, maar vrij om elke maand over te stappen), geeft hen dat een licht voordeel.

Toch laten ook deze klanten nog gemiddeld jaarlijks zo'n 50 euro liggen. Door niet op zoek te gaan naar de goedkoopste aanbieder laat je heel wat kansen liggen. Daar moet je inderdaad naar op zoek gaan, want er bestaat niet zoiets als de goedkoopste leverancier, anders zou iedereen er wel klant van willen worden. Wie de goedkoopste is, hangt af van je verbruik (dag, nacht, weekend) en soms ook wel eens van de plaats waar je woont en zelfs van je gezinssamenstelling. Je berekent best eens op een van de Vlaamse websites die vergelijkingen aanbieden hoeveel je elektriciteitsverbruik bij een andere leverancier zou kosten, bijvoorbeeld op onze eigenste www.stroomtarieven.be/bereken.php Het kan soms tot wel 100 euro schelen.

 

Waarom dit gering succes?

Dikwijls wordt gezegd dat de nieuwe leveranciers niet op de Vlaamse markt kunnen doorbreken doordat zij zich moeten bevoorraden bij de gevestige producenten en dus nooit gunstige prijzen kunnen aanbieden. Dit klopt niet helemaal. Vooreerst zijn er wel degelijk leveranciers met een bescheiden eigen productie in Vlaanderen, meestal ook groene stroom. Bovendien kunnen buitenlandse leveranciers hun stroom invoeren vanuit hun moederland, waar ze wel centrales hebben.

Trouwens: zoals gezegd zijn de alternatieve leveranciers wel degelijk gemiddeld goedkoper. De fout ligt dus bij de mensen zelf. Ze laten gewoon de winst liggen. Hoe komt dat toch?

Vooreerst is er inderdaad dat contract: men is voor minstens een jaar gebonden (in de meeste gevallen toch). Voor je het weet is dat jaar voorbij en werd het stilzwijgend opnieuw voor een jaar verlengd. Te laat dus om te reageren. En natuurlijk gebeurt dat elk jaar telkens opnieuw, ook al heeft men gezworen om het volgend jaar niet zo te laten.

Ten tweede vertrouwt men het zaakje toch niet zo goed. Nogal wat berichten in de pers over verkeerd gelopen omschakelingen, met daarbovenop nog eventuele boetes voor contractbreuk, zijn zeker een rem. Nochtans blijkt dat volgens de VREG nogal mee te vallen.

Ook weet men niet zo goed hoe men er moet aan beginnen. Dit is nochtans heel eenvoudig: je contacteert een nieuwe leverancier en die brengt alles voor jou in orde (opzegging van je oud contract, opname meterstanden, ...) Toch wordt ook dat als een rem ervaren en wordt op de moeite gezien om actie te ondernemen.

Tenslotte is dat misschien wel de hoofdoorzaak. Ondanks de stijgende energieprijzen en de dalende koopkracht vindt men het sop de kool niet waard. Een briefje van 50 euro laat je zeker niet liggen, maar daar ook nog moeite voor doen is mogelijk voor velen wat teveel gevraagd, temeer daar omwille van de stijgende energieprijzen een prijsofferte voor het volgende jaar altijd hoger zal blijken te zijn dan wat je vorig jaar hebt betaald. Je hebt dan de indruk dat je nog altijd goed zit bij je huidige leverancier, al verhoogt die zijn prijzen natuurlijk ook.

Wellicht zijn er daarnaast ook nog een heleboel mensen die gewoon nog altijd niet weten dat je kan kiezen, of die denken dat het voor hen niet het geval is, in appartementsgebouwen bijvoorbeeld, of als huurder.

 

Nog eens 50 euro

Na dit alles nog een tip: als je elektrisch verwarmt krijg je vandaag, 1 juli 2008, van Vadertje Staat een cheque van 50 euro cadeau, op voorwaarde dat je niet meer verdient dan 22.873 euro bruto per jaar. Die cheque moet je wel aanvragen. Evenmin laten liggen dus.

 


Publiciteit


Wanneer u op de hoogte wenst te blijven van nieuwe wendingen op het gebied van de liberalisering van de elektriciteitsmarkt of van de tariefstructuren, klik dan hier om onze elektronische nieuwsbrief te ontvangen.

| Top | Archief overzicht | Terug | Home |