Er beweegt wat aan de stroom


 

Nettarieven voor elektriciteit weldra bekend

Op 27 juli 2002 verscheen in het Belgisch Staatblad het Koninklijk besluit dat de structuur van de tarieven vastlegt voor het gebruik van het elektriciteitsdistributienet.

De tekst is vrij omvangrijk en bevat niet minder dan 32 definities om uit te leggen wat onder de bewoordingen van het besluit moet worden verstaan. Er wordt inderdaad nogal wat geregeld in het besluit dat officieel de titel meekreeg van "Koninklijk besluit betreffende de algemene tariefstructuur en de basisprincipes en procedures inzake de tarieven en voor de aansluiting op de distributienetten en het gebruik ervan, de ondersteunende diensten geleverd door de beheerders van deze netten en inzake de boekhouding van de beheerders van de distributienetten voor elektriciteit".

De distributietarieven zullen worden ingedeeld in een deel voor de aansluiting op het net, een deel voor het gebruik van het net en een deel voor de ondersteunende diensten.

Onder het aansluitingstarief valt :

  1. kosten voor een orientatiestudie;
  2. kosten voor een detailstudie;
  3. kosten voor de werken die de aansluiting of verzwaring ervan veroorzaken;
  4. jaarlijkse vergoeding voor de meter;
  5. jaarlijkse vergoeding voor bijkomende uitrustingen (bv. transformatoren,condensatoren, netfilters);
  6. jaarlijkse vergoeding voor bijkomende diensten (beveiliging, alarmen, telemeting, ...).

Voor elk van deze onderverdelingen wordt ook systematisch aangeduid welke de bepalende parameters ervan moeten zijn (bv. de nominale spanning, het vermogen, de lengte, de technologie).

Onder het gebruikstarief valt :

  1. het onderschreven en bijkomend vermogen;
  2. het systeembeheer;
  3. de meetactiviteiten.

Ook hier wordt omstandig uitgelegd (?) op welke wijze de bepalende parameters in rekening (mogen) worden gebracht. Er worden uitzonderingen of speciale regelingen voorzien voor netgebruikers van minder dan 56 kVA (huishoudens, zelfstandigen en kleine KMO's), voor hernieuwbare enrgiebronnen en voor kwalitatieve warmtekrachtkoppelling.

Het komt erop neer dat voor deze groepen zoveel mogelijk wordt getarifeerd en gefactureerd (wat volgens het besluit blijkbaar niet hetzelfde is, want er wordt een afzonderlijke paragraaf gewijd aan de samenstelling van de factuur) in functie van de afgenomen energie en niet in functie van het vermogen. Met dan weer een uitzondering die bedoeld is "om onnodige capaciteitsuitbreidingen te vermijden". Het is duidelijk dat hier een robbertje is uitgevochten om tot een compromis te komen.

Onder het dienstentarief valt :

  1. de regeling van de spanning en het reactief vermogen;
  2. de compensatie voor de netverliezen;
  3. de compenstie voor het niet respecteren van een voorafgaand programma voor de afname of de injectie op het net (voor netgebruikers boven de 100 kVA).

Het deeltje van het tarief dat de "billijke winstmarge" bevat, wordt in de analytische boekhouding verwerkt in de "vergoeding voor de geïnvesteerde kapitalen" en zou dus begrepen zijn in aansluitingstarief(3) en gebruikstarief(2). Gelet op de doelstelling van de liberalisering om de monopoliewinsten te vermijden, is dit dus een belangrijk aandachtspunt voor de toezichthouder.

Er moeten door de netbeheerders heel wat gedetailleerde, vooral boekhoudkundige gegevens worden voorgelegd. Het valt op dat deze aan de CREG (toezichthouder van de prijzen) moet worden "overhandigd per drager en tegen ontvangstbewijs", terwijl de CREG haar antwoorden meestal dient te geven "bij een ter post aangetekend schrijven" (een enkele maal ook 'per drager en tegen ontvangstbewijs').

Voor de publicatie van de tarieven zelf is het besluit al wat meer bij de tijd. Publicatie van de nettarieven "langs elektronische weg" is voor de netbeheerder zelfs "onverwijld" verplicht. Zo ook het onverwijld elektronisch bekendmaken van de goedkeuring ervan door de CREG www.creg.be.

Een discussiepunt wordt ongetwijfeld de verekening van de "toeslagen en heffingen" (met een onderscheid tussen heffingen voor de maatregelen van sociale aard, de maatregelen voor REG en de maatregelen voor schone productie), de lasten uit het verleden, de belastingen (o.a. ook de inkomensbelastingen !) en de financiering van de gewestelijke regulator. Deze verekening maakt geen deel uit van het nettarief, maar moet wel voorkomen op de factuur.

Wanneer een netbeheerder geen heffing opgelegd krijgt voor de financiering van een van deze maatregelen, maar wel de verplichting krijgt om dergelijke maatregel te treffen, kan hij dit op het eerste gezicht noch in het tarief verwerken (want het is geen netactiviteit), noch op de factuur in rekening brengen (wat het is geen heffing).

Tenslotte nog dit belangrijk gegeven:

De netbeheerders hebben (binnen de vakantieperiode !) slechts 20 dagen de tijd om hun voorstellen in te dienen, waarna de CREG 25 kalenderdagen de tijd heeft om te beslissen (behoudens discussiepunten). De distributienettarieven zullen dus bekend moeten zijn voordat de transporttarieven (spanningen boven 70 kV, maar volgens het besluit ook spanningen tussen 30 en 70 kV "die een transportfunctie hebben") bekend zijn.

Het probleem waarmee de leveranciers al lang worstelen, een prijs vasstellen zonder dat hun eigen kosten gekend zijn, wordt nu ook tastbaar bij de netbeheerders; met dit verschil dat deze laatste verplicht zijn om hun tarieven definitief (voor een jaar) vast te leggen en voor de toepassing ervan aan een streng toezicht worden onderworpen.

 


Wanneer u op de hoogte wenst te blijven van nieuwe wendingen op het gebied van de liberalisering van de elektriciteitsmarkt of van de tariefstructuren, klik dan hier om onze elektronische nieuwsbrief te ontvangen.

| Top | Archief overzicht | Terug | Home |