Er beweegt wat aan de stroom


 

Liberaliseringssluizen definitief open gezet

In het staatsblad van 5 september 2001 verscheen het besluit dat kandidaat-leveranciers, die elektriciteit willen leveren aan vrije klanten via het distributienet, de mogelijkheid geeft om zogenaamde leveringsvergunningen aan te vragen.

De kandidaten moeten aantonen over voldoende financiële en technische capaciteit te beschikken om de levering van elektriciteit aan hun klanten te verzekeren. Zij moeten ook blijk geven van voldoende professionele betrouwbaarheid en hun beheersmatige en juridische onafhankelijkheid ten opzichte van de diverse netbeheerders aantonen.

Dit kan door het voorleggen van passende bankverklaringen, balansen en jaarrekeningen, een lijst met relevante studie- en beroepskwalificaties van hun personeelsleden, de aangifte van hun voornaamste activiteiten over de laatste drie jaar, enz.

Wanneer een bestuurs- of directielid veroordeeld is geweest voor een misdrijf dat zijn professionele integriteit aantast, of ingeval hij bij zijn beroepsuitoefening een ernstige fout heeft begaan, kan de aanvrager niet meer als professioneel betrouwbaar worden beschouwd. Ook wanneer hij niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen inzake belastingen of sociale zekerheid zal zijn aanvraag worden geweerd. Uiteraard kan ook een aanvrager die in staat van faillissement verkeert of in vereffening is, moeilijk een vergunning aanvragen. Ook aan degene voor wie een procedure van gerechtelijk akkoord aanhangig is, zal geen vergunning worden gegeven.

Om zijn capaciteiten aan te tonen zal de aanvrager een beschrijving moeten geven van de hoeveelheid elektriciteit die hij zelf opwekt of aankoopt bij derden, de productiewijze ervan en de productieplaats. Hierbij dient een beschrijving te worden gevoegd van de manier waarop het evenwicht tot stand zal komen tussen de geproduceerde en de geleverde elektriciteit.

De aanvraag moet worden ingediend bij de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG), die ook de beslissing neemt en de vergunningen toekent. De beslissing wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, met aanduiding van de naam en het adres van de houder van de leveringsvergunning.

Aangezien de VREG zelf nog niet operationeel is, zal Vlaams minister Steve Stevaert, bevoegd voor energie in de Vlaamse regering, voorlopig de taken uitoefenen die volgens het Elektriciteitsdecreet aan de VREG toekomen.

De vergunning wordt toegekend voor een onbepaalde termijn, maar de VREG kan de vergunning wel intrekken indien zij van oordeel is dat de vergunninghouder niet langer aan de voorwaarden van het besluit voldoet.

Ingeval van controlewijziging, fusie of splitsing van een vergunninghouder, kan de vergunning worden vernieuwd.

Met dit besluit loopt de Vlaamse regering weer een stapje voor op de federale overheid, die nog geen verguningen op het transmissienet kan afleveren, aangezien hierover nog geen uitvoeringsbesluit is genomen. In pricipe kan de leveringsvergunninghouder, die volgens de beschreven procedure langs het distributienet levert, dan ook zijn elektriciteit nog niet betrekken uit het transmissienet. In de praktijk echter wordt nu al via het transmissienet aan rechtstreekse klanten geleverd. Het zou dus geen probleem mogen zijn om de stroom ook naar klanten aangesloten op het distributienet te transporteren.

De stroom die de bovenbeschreven vergunninghouders leveren, moet worden getransporteerd langs het distributienet, meer bepaald het net waarop de klant is aangesloten.

Aangezien de vergunninghouder onafhankelijk moet zijn ten opzichte van elke netbeheerder, is hij zelf evenwel geen eigenaar van het betreffende net of de betreffende netten.

In hetzelfde staatsblad verscheen dan ook het besluit van de Vlaamse regering die de verplichtingen en de voorwaarden vastlegt waaraan de distributienetbeheerders moeten voldoen en de wijze waarop ze worden aangeduid.

Ook de kandidaat-netbeheerders moeten financieel en technisch bekwaam zijn en blijk geven van professionele betrouwbaarheid. De algemene eisen die eraan worden gesteld en de wijze waarop zij kunnen bewijzen om aan de gestelde eisen te voldoen, zijn gelijklopend met deze van de leveringsvergunninghouders.

Bijkomend moeten zij uiteraard een net bezitten of het exploitatierecht hebben over een net van een andere eigenaar.

Er worden nogal wat eisen gesteld aan hun onafhankelijkheid. Zij mogen o.a. geen andere activiteiten ondernemen inzake productie en levering (lees verkoop) van elektriciteit. Zij moeten ook met eigen middelen en personeel instaan voor de beslissingen en de voorbereiding van deze beslissingen in strategische en vertrouwelijke aangelegenheden. Zij mogen ook geen beroep doen op onderaannemers die producent zijn, houders van een leveringsvergunning of tussenpersoon, voor het uitvoeren van sommige van de genoemde strategische of vertrouwelijke aangelegenheden. Dit geldt zelfs indien de onderaannemers slechts met producenten, houders van een leveringsvergunning of tussenpersonen zouden geassocieerd of verbonden zijn.

Uiteraard mogen zij zelf ook geen rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming aanhouden in producenten, vergunninghouders of tussenpersonen, met uitzondering van een overgangsperiode van vijf jaar voor de deelnemingen die nu al bestaan.

Het bestuursorgaan van een netbeheerder moet minstens voor de helft uit onafhankelijke bestuurders bestaan. Indien een gemeente of groep van gemeenten meer dan 25 % van het kapitaal van het net bezit(ten), moeten minstens 70 % van de bestuurders worden voorgedragen door de gemeenten-aandeelhouders. Deze mogen geen enkele functie of activiteit uitoefenen, al dan niet bezoldigd, voor een producent, een vergunninghouder of een tussenpersoon.

Netbeheerders krijgen geen vergunning, maar worden AANGEWEZEN om een bepaald geografisch gebied te bedienen. Zij hebben dus een monopoliepositie. Dit is dan ook de reden waarom zij onafhankelijk moeten zijn van verkopers en producenten.

Het opstarten van de aanwijzingsprocedure wordt door de VREG bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Het is ook de VREG die de aanwijzing doet, en dit voor een hernieuwbare periode van 12 jaar. De VREG kan de aanwijzing onder bepaalde omstandigheden eveneens herroepen.

Bij wijze van overgangsmaatregel worden de huidige intercommunales die instaan voor de elektriciteitsdistributie, aangewezen als distributienetbeheerder voor het gebied waarin zij nu de elektriciteitsdistributie verzekeren. Deze overgangsperiode loopt slechts tot op het ogenblik dat de VREG zelf een aanwijzing doet en is in ieder geval beperkt tot één jaar.

Doordat de automatische aanwijzing onmiddellijk ingaat, zijn de betreffende netbeheerders ook gehouden aan de verplichtingen die het Elektriciteitsdecreet met zich meebrengt. Dit betekent o.a. dat zij de toelating moeten verlenen aan de leveringsvergunninghouders om gebruik te maken van hun net en dit tegen publiek gekende en gepubliceerde tarieven, waaraan zij zich ook moeten houden.

Ook met deze beslissing loopt de Vlaamse overheid even vooruit op de federale. De federale regering heeft reeds sinds lang de bedoeling om een transmissienetbeheerder aan te duiden, maar de enige kandidaat voor de exploitatie van dit net voldoet blijkbaar niet aan de noodzakelijke onafhankelijkheidseis die ook de federale overheid stelt.

De integrale teksten van beide besluiten van de Vlaamse regering vindt u op www.vreg.be.

Door deze beide besluiten kunnen de huidige intercommunales vanaf morgen ook geen elektriciteit meer verkopen aan vrije klanten. Deze moeten voortaan door de leveringsvergunninghouders worden bevoorraad. Aangezien deze laatste ook pas vanaf morgen hun kandidatuur kunnen stellen, zou zich hier een probleem hebben gesteld, ware het niet dat de Vlaamse regering reeds in een besluit van 13 juli 2001 (Belgisch Staatsblad van 11 augustus 2001) heeft bepaald dat leveranciers, die door netbeheerders worden aangeduid om hun (vrije) klanten over te nemen, van rechtswege een leveringsvergunning wordt verleend voor een periode van zes maanden.

Deze regeling zet pas echt de sluizen open : onmiddellijk worden automatisch een aantal leveranciers gecreëerd die het recht hebben om aan vrije klanten te leveren en deze mogen daarop bijgevolg ook onmiddellijk de klanten van de andere leverancier-vergunninghouders overnemen.

Het besluit van 13 juli 2001 bepaalt bovendien dat elke netbeheerder de vrije klanten op een duidelijke, ondubbelzinnige en objectieve wijze op de hoogte moet brengen van hun situatie.

Het besluit van 13 juli is eveneens in zijn integrale versie beschikbaar op de website van de VREG (www.vreg.be)

 


Wanneer u op de hoogte wenst te blijven van nieuwe wendingen op het gebied van de liberalisering van de elektriciteitsmarkt of van de tariefstructuren, klik dan hier om onze elektronische nieuwsbrief te ontvangen.

| Top | Home | Terug |